[Achterzijde:] Caerte van 't Cleijn Poldertgen toecomende Jacob Loijs 1653 aende Poldervaert onder de Ketel [Achterzijde:] Caerte 1653, 2den october, vande hoochte vande caden vande 't poldertgen aende Poldervaert, toebehoorende Jacob Loijs, door ordre van hooge heemraden genomen [Tekstblok:] Opten II october 1653, door ordre vanden edele heeren hooge heemraeden van Delfflant, hebbe ick ondergheschreven gheswooren lantmeter met assijstentije Vander Horst als heemraetsboden van Delfftlant gewaterpast het lant van Jacob Loijs aende Poldervaert tegens de hoochte vande oude caede die daer noch tegenwoordijch ten deele leijt, te weten het meijlant aende oostzijde vande selve caede, ter plaetsse geteijckent op dit ontwerp met A, alwaer't in't voors. meijlant gedot is ende bevinde het midde vande cruijn twee voet ende vijff duijm hooger te wesen als't voors. meijlant. Den cruijn is boven breet vier d'alve voet ende de westzijde anderhalve duijm hooger doch op ende neer, want zij leijt nijet gelijck, ende de oostzijde een duijm laeger als de midde vande cruijn. Ende heeft aende oostzijde noch zeven d'alve voet toeleggens ende de westzijde derd'alve voet toeleggens ofte druijpers. Noch gewaterpast de midde vande cruijn vande nijeuwe caede daer recht tegens gelegen ende is negen d'alve duijm hooger als de cruijn vande oude caede ende aende Poldervaert noch drije duijm hooger, doch hout geen streeck, want het is een onfatsoen van een reggeken dat nijet lange en streckt. Voort noort opgegaen tot zeeckere willigenstooff, ter plaetsse geteijckent met B, is de caede aldaer zeven d'alven duijm laeger als de nijeuwe caede, geteijckent met A, ende twee duijm hooger als de oude caede, te weten het midde vande cruijn. Voortgegaen ontrent het heck van't koollant, geteijckent met C, is de cae op gelijcke hoochte als B is. Voortgegaen tot over de midde van't coollant D is't aende Poldervaert tijen duijm laeger als den cruijn vande nijeuwe caede A ende anderhalve duijm laeger als de cruijn

[Tekstblok:] Op huijden de 8en ende 12en meij anno 1585, soe hebbe ick Jan Potter, ghezvoren lantmeter van Rijnlant, Delflant, Schijelant ende heerlickheijt van Putte, mijn ghevonden in 't Nieuweland onder Schravezant gheleghen ende een scheijdt ghemaeckt tussen Jacob van Dorp Willemsz. ende Cornelis Arentszoen vander Dussen, uutwijsende de oude ree vanden ouden scheijsloot tussen hem beijden gheleghen, beginnende vanden Nieuwelantsdijck streckende oost up totten derden dwerssloot toe. Daerna heb ick, Jan Potter, voert de zuijtwechsloot uutghereet lijnrecht tot an den Nieuwelantsdijck ende ick bevinde tussen dese twe lijniën ofte scheijdinghen, het lant groot vijff morghen min sesendetsestich roeden. Aldus gedaen ter begeerten van Jacob van Dorp voers. bij mijn lantmeter als boven [Ondertekend:] [Lant]mete[r] Jan Potter, notarij [Losse tekst:] Den Noortlantsdijck, hier is belent Cornelis Arentszoen vander Dussen tot Delff cum socijs, den Nieulantsdijck,

[Tekstblok:] Dese jegenwoordighe chaerte ghemaect bij mij ondergeschreven als gheswooren lantmeeter van Rijnlant ten versoucke van de meesteren vande armen weesen tot Leijden van een woonijnghe legghende in Monster, jegenwoordich wert ghebruijcktbij Pieter Michielssz. en daerin hebbende ofte toebehoorende de landen met de roo letteren affgeteijkent, soe teelant, weijlant, boomgaert, werff. eerst A een margen vier hont achtentnegentich rueden BB vijff hont vier en twintich rueden. CC twee hont negenentwintich rueden, compt t'samen drie margen eenenvijftich rueden. Ende de verder reste van't armeweeshuijs: D twee margen drie hont twee rueden, E vier margen drie hont tneegentich rueden, F drie hont elff rueden, G twee hont eenentnegentich rueden, H een margen vijff hont twee en tachtich rueden, J twee margen drie hont XXXIIII rueden. Somma twaleff margen vier hont tien rueden. Aldus ghedaen opten tweden juni 1598 [..?..] Jacob van Banchem geswoeren lantmeeter van Rijnlant [Losse tekst:] de Oude Moolensloot, Pieter Michielssz. eerstijts ghecomen van't convent van Sint Aechten binnen Delft, de Boomwaterijn, Huijter

[Achterzijde:] Caerte van 't hooft van Maessluijs en middelen om te bewijsen dat het verlengen vandien onnodig is [Tekstblok linksonder:] Aldus ghecarteert inde maert anno 1590 by Jan Potter, ghezworen lantmeter van Delfflant etc., door bevel ende presentie van Huijbrecht Willemsz. van Rodenburch als ghecommitteerde. Ten oirconden vandesen, dit onderteykent. Lantmeter Jan Potter, notarius. {Tekst rechtsonder:] Ten oirconden van desen, dit onderteijkent. [lant]mete[r] Jan Potter, notarius [Losse tekst:] de Maze, droechte, de Mase, Bonenplaet, Noortdiep, Boendersluijsen, de cade, forte, Maeslandersluijsen